“Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen…”
Het is geweldig om één hond te hebben, en twee honden kan dubbel geweldig zijn.
Het beeld van twee honden die heerlijk samen ravotten, lekker samen eten om vervolgens knus tegen elkaar aan te gaan liggen slapen, komt lang niet altijd met de werkelijkheid overeen.
Ik ben gek op allebei mijn honden, maar de een is niet altijd blij met de ander.
Mijn Kobus houdt van interactie en speelt graag met een andere hond, Stine is meer op zichzelf en wil vooral rustig liggen, bij voorkeur in de zon.
Kobus wil spelen, en nodigt Stine uit. Zij reageert niet. Vervolgens daagt hij haar uit. Zij negeert hem. Dan tikt hij haar aan. Zij wil niet, dus nu vertelt ze dat door een grauw te geven. Kobus lijkt dan te denken dat ze nog iets meer aanmoediging nodig heeft en probeert het nog een keer. Stine wil echt niet, staat op en loopt weg.
Ik kan Stine niet vertellen dat ze mee moet spelen. En ik ga Kobus niet verbieden om haar uit te nodigen. Dus zo gaat het. En dat is ok.
Als ze allebei rustig zijn, is de interactie prima en kunnen ze heel goed samen door een deur.
Daarnaast heeft Kobus geweldige hondenvriendjes waar hij wel uitbundig mee kan spelen, en Stine wil ook dan vooral haar eigen ding doen. Ook dat is prima.
Één of twee?
Soms hoor ik mensen overwegen om er een tweede hond bij te nemen, omdat dat gezelliger zou zijn voor de eerste hond en deze dan altijd een maatje bij zich heeft.
Aan de ene kant begrijp ik die redenering, aan de andere kant denk ik dat het kiezen voor een tweede hond een wens van de mens zelf moet zijn en niet het invullen van een behoefte die aan de eerste hond toegeschreven wordt.
Hoe denk jij daarover?